Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Wees [1]niet te snel met uw mond, en uw hart haaste niet [2]een woord voort te brengen voor Gods aangezicht; want God is in den hemel, en [3]gij zijt op de aarde; daarom [4]laat uw woorden weinig zijn. 1. De zin is: Als gij in het huis des Heeren komt om God te bidden, zo haast u zozeer niet, dat gij Hem zoudt aanbidden zonder aandacht. Anders: wees niet te snel, enz. te weten om den Heere onbedacht enige belofte te doen. 2. Of enig ding. 3. Derhalve, wil hij zeggen, moeten wij met die grote hoogverheven God niet spreken alsof men met zijns gelijke te doen had; maar men moet voor zijne hoge majesteit verschijnen in alle nederigheid en ootmoedigheid, gedachtig zijnde dat wij aardwormen zijn. 4. Te weten die gij in het bidden gebruikt. De regel van recht en wel te bidden met weinige woorden, heeft ons de Heere Christus voorgeschreven; Matth.6:7.